Brugfiguren 

De Vlaamse overheid zet momenteel in op wervingscampagnes om vrijwillige inburgeraars te motiveren om een traject te volgen. De Vlaamse Regering heeft 500.000 euro uitgetrokken voor de periode 2022-2023. Vorig jaar was die wervingscampagne voornamelijk gericht op Oekraïners, dit jaar moet de wervingsstrategie breder worden getrokken naar alle nieuwkomers. Uit de analyse van de communicatiestrategie bleek dat nieuwkomers het inburgeringstraject voornamelijk kennen via mond-tot-mondreclame. Daarom wil minister Somers ex-inburgeraars inzetten als ambassadeurs om anderen te overtuigen om zo’n traject te volgen. 

Rolmodellen aanspreken

De N-VA wil nog een stap verder gaan. “Dé uitdaging in 2023, naast de volledige uitrol van het nieuw inburgeringsbeleid, is EU-nieuwkomers maximaal leiden naar inburgeringscursussen. Ex-inburgeraars kunnen zeker ambassadeurs zijn, maar we moeten dit breder trekken. Want een groot deel nieuwkomers behoren nu eenmaal tot een bepaalde gemeenschap: zoals de Poolse katholieke gemeenschap of de Roemeense orthodoxe gemeenschap. We moeten dus rolmodellen in die gemeenschappen aanspreken om het inburgeringstraject in de verf te zetten. Als deze brugfiguren luidop spreken, kunnen ze heel wat mensen bereiken en overtuigen”, zegt De Vreese.

Inburgeringstraject in het land van herkomst

Arbeidsmigranten uit de EU vormden, naast de Oekraïners, opnieuw de grootste groep nieuwkomers. In 2022 waren dat er een vijfde meer dan het jaar ervoor. De Vreese brak in het parlement al verschillende malen een lans om een (deel van het) inburgeringstraject in het land van herkomst mogelijk te maken. “Vorig jaar kende vier vijfde van de ingetekende inburgeraars geen letter Nederlands. We moeten waar mogelijk, bijvoorbeeld bij arbeidsmigranten of gezinshereniging, een traject aanbieden in het thuisland. Op die manier kunnen ze al op voorhand onze taal en de rechten en plichten van onze maatschappij leren in het land van herkomst. Zo kunnen ze een vliegende start maken wanneer ze in Vlaanderen komen”, besluit Maaike De Vreese.